Op bezoek bij de familie Magnus: groot in miniwitloof
Translation not available
This page has not been translated for the selected language.
De drie kinderen Magnus zijn geboren en getogen tussen de velden. Zo leerden ze al op jonge leeftijd met de tractor rijden en met pony’s en paarden omgaan. Het is dan ook geen grote verrassing dat twee van de drie Magnus-kinderen mee in het ouderlijk landbouwbedrijf stapten. We spraken met Tine. Ze werkt voltijds op het ouderlijk witloofbedrijf. Daarnaast is ze ook amazone. Ze rijdt in het eventingcircuit, ook wel de ‘triatlon van de paardensport’ genoemd.
Geen 9-to-5-mentaliteit
Wanneer ze de vraag hoe ze haar twee jobs gecombineerd krijgt, moet Tine lachen. “Het paardrijden en het werk op de boerderij zijn inderdaad twee voltijdse jobs. Laat ons dus zeggen dat mijn nachten kort zijn. Maar het voordeel van hier op het familiebedrijf te werken is net dat ik mijn werk flexibel kan inplannen. Op die manier kan ik het combineren met het paardrijden. Die flexibiliteit zou ik in andere job niet hebben.”
Zo behaalde ze een diploma als leerkracht, maar een job in het onderwijs zou sowieso het einde van haar professionele carrière in de paardensport betekenen. “Dit weekend nog had ik een internationale competitie. Soms moet ik ook in het midden van de week naar het buitenland. Dat gaat uiteraard niet als leerkracht.”
Teeltrotatie
Tine helpt al van kleins af mee in het bedrijf van haar ouders. Ze kent de stiel dus door en door. “Wij kweken het jaarrond miniwitloof. Maar omdat witloof de grond uitput, kweken we ook andere gewassen. We doen aan teeltrotatie. Dat wil zeggen dat we de witloof maar om de 4 jaar zaaien op een bepaald perceel. De andere drie jaar zetten we er dan andere gewassen zoals maïs en recent zijn we ook gestart met zoete aardappel.”
Miniwitloof
Omdat je op traditionele witloofmarkt erg veel concurrentie hebt, ging de vader van Tine bewust op zoek naar een nichemarkt. Daarom specialiseerde de familie Magnus zich in het miniwitloof. En met succes. “In april en mei zaaien we witloofzaadjes op het veld. Daaruit groeit een wortel die we in oktober rooien en sorteren volgens grootte. Uit de grote wortels groeit de gewone witloof en dus worden die meteen doorverkocht maar de kleintjes slaan we op in onze koelcellen”. Het zijn net de kleine worteltjes die andere witlooftelers vaak niet gebruiken.
De witloofwortels gaan dan in een soort van winterslaap door de koude van de koelcellen waardoor ze een heel jaar lang bewaard kunnen blijven. “Elke week ontdooien we een deel van de wortels. Die leggen we dan in grote bakken in het pikdonker. Daarin gaat het miniwitloof groeien tot het klaar is voor de oogst.” Dankzij de koelcellen kan de familie Magnus dus het hele jaar door miniwitloof kweken en dat weet de consument te smaken.
Extraveel smaak
Of miniwitoof een heel andere groente is dan ‘traditioneel’ witloof? Tine legt uit dat de miniwitloof een tikkeltje zoeter smaakt. “Je kan er heel veel mee doen. Uiteraard kan je ze met hesp en kaassaus in de oven maken. Maar een stronkje miniwitloof presenteert ook fantastisch op je bord. Je kan je miniwitloof ook verwerken in je sushi, in de wok met kip of zelfs in een wrap met hesp en kruidenkaas.” Zolang je het maar ‘with love’ doet natuurlijk.
Aan de slag met (mini)witloof
Maak jij ook wel eens gerechten met (mini)witloof? Laat het ons weten via Facebook, Twitter of Instagram met #lekkervanbijons!
Blijf op de hoogte van alle nieuwtjes en volg ons ook op Pinterest, YouTube of schrijf je in op onze nieuwsbrief!
Beeldmateriaal: foto's © Familie Magnus