Tips voor een rondleiding op kindermaat
Translation not available
This page has not been translated for the selected language.
- Pas je verhaal aan, aan het seizoen of het werk van de dag en toon zoveel mogelijk.
- Hou je verhaal eenvoudig! Vergelijk met de mens (bv kalfje-koe met baby-mama) en verwijs naar wat de kinderen kennen (hooi = gras, ligbox = bed).
- Niet te veel willen vertellen! Ook tonen, luisteren, kijken, doen en herhalen.
- Hoeveelheden altijd tonen:
- Gewicht: zoveel kindjes gaan er in dat gewicht
- Zoveel liters melk: emmers of tank tonen
- Kinderen zien alle uitzonderingen. Bijvoorbeeld een koe zonder staart of een aardappel met een rare vorm. Weet dit en zorg ervoor dat je een antwoord klaar hebt én speel hier ook op in (zoek de aardappel met de rare vorm).
- Verzamel materiaal voor de bezoeken en bewaar dit samen, dit bespaart tijd.
- Geef de bezoekers een actieve rol tijdens het bezoek: mening uitdrukken, raadseltjes, spelletjes, klusjes, … Als je hen een doe-opdracht geeft, doe dit dan altijd even voor!
- Proeven na het bezoek: altijd eerst handen wassen!
- Reken extra tijd voor WC-bezoek, laarsjes aandoen, in- en uitstappen, koek eten, …
- Je hoeft niet alles te tonen. Als je te weinig tijd hebt, kan je gerust iets over slaan.
- Geef ‘moeilijke' kinderen een taakje.
- Zorg voor plezier, een unieke ervaring.
- Jouw boerderij is het beste didactische materiaal!
- Belangrijk: evaluatie! Leren is herhalen en kan bijzonder leuk zijn. Denk bijvoorbeeld aan een korte quiz of spullen die gesorteerd moeten worden.