Streekparels: vleeswaren met een rijke traditie

Vanavond op het menu: ambachtelijk bereide vleeswaren! Vlaanderen is een paradijs voor liefhebbers van kwaliteitsvol vlees. Deze 5 vleesbereidingen dragen het label Streekproduct.be en hebben de heerlijke smaak van toen.

Gekookte uier uit Antwerpen

Onze grootouders wisten het maar al te goed, gekookte uier is een echte lekkernij. Zacht van smaak met een romige textuur. In Antwerpen heeft men de traditie van de gekookte uier weten te bewaren. Je kan het vlees bakken in boter met een snuifje zout of koud eten met mosterd of pickles.

Gentse paardenlookworst

De ambachtelijke worst is populair dankzij zijn aparte smaak en mager paardenvlees. Paardenlookworst wordt zowel koud gegeten met mosterd als warm uit het frituurvet. Vroeger maakte heel wat beenhouwers de smaakvolle worst, nu is Noyen de enige fabrikant. De paardenlookworst is te koop bij tal van slagerijen en frituren in het Gentse. 

Kaantjes uit de Westhoek

In West-Vlaanderen worden ze ook wel krakers of pietjes genoemd. Kaantjes zijn krokante gefrituurde vleesrestjes. Ze bewijzen hoe vindingrijk en zuinig onze voorouders waren. Als ze een varken slachtten, aten ze het van neus tot staart op. Niet alleen uit zuinigheid, maar ook voor de smaak. Heerlijk op de boterham of als smaakmaker in een gerecht.

Pajotse gekruide smout uit Vlaams-Brabant

Ook lekker voor op de boterham, het gekruide smout van Slagerij Wauters in Sint-Pieters-Leeuw. De bereiding van authentieke smout is vakwerk. Varkensvet wordt gemalen en samen met ui en laurier opgewarmd. Het warme vet wordt door een neteldoek gegoten. Om het half uur roert men het smout om, tot ’s avonds. In het Pajotteland houden ze ervan met plattekaas of confituur en droge worst.

Kempense Balkenbrij

In het hart van Limburg vinden we de Kempense balkenbrij, een stevige en smaakvolle vleesbereiding die al generaties lang wordt gekoesterd. Balkenbrij bestaat uit varkenskopvlees en keelspek of kaken, varkensbloed, bouillon, boekweitmeel, zout en kruiden zoals marjolein, tijm, basilicum en kardemon. Ten slotte wordt de brij, net als vroeger, gekookt in een open ketel.