Witte vis met spek, wintergroenten en krokante aardappelschijfjes

Verwarm de oven voor op 200°C. 

Boen de aardappelen schoon en snijd ze in plakken van ongeveer een ½ cm. Verdeel ze over een met bakpapier beklede bakplaat, bedruppel met olijfolie en kruid met de oregano, peper en zout. Zet ongeveer 30 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudbruin en gaar zijn.

Schil de pastinaken en snijd ze in de lengte in lange repen. Bak ze in boter rondom goudbruin en kruid met peper en zout. Giet er een scheutje water bij, zet het deksel op de pan en laat in 10 minuten verder garen. Snijd de boerenkool fijn en blancheer de groente 5 minuten in gezouten water. Giet af en laat goed uitlekken.

Kruid de visfilets met peper en zout en rol rond elke filet 2 lapjes spek. Steek er een blaadje salie onder. Bak ze in boter rondom goudbruin en gaar. 

Snijd de augurk in blokjes en meng alle ingrediënten voor het tartaarsausje. 

Verdeel de krokante aardappelplakjes over de borden en schep er de boerenkool en pastinaak bij. Leg er telkens een vispakketje bij en werk af met een schep tartaarsaus.